10 september 2011


Hospital de Orbigo - Astorga

Na een ontbijtje in de albergue gaan we met zijn drieën op pad terwijl het licht wordt. In het volgende dorp even een kop koffie. Daarna klimt de weg door het dal, groen dank zij sproeiers en bevloeiing. Het dorp vormt een tuinbouwgebied samen met vier andere dorpen. De weg is vermoeiend door de vele keien en loopt slecht. Na de afdaling kom ik in Santibañes, goed voor een glas sinaasappelsap. De weg stijgt weer, veel natuurlijke vegetatie en velden vol droog, wuivend gras en plukjes struiken en populieren. Op de hoogvlakte liggen grasrollen en iets verder een aanplant van pijnbomen zover het oog reikt. Vanaf de Páramo zie ik in de verte de paarse bergen en plots duikt Astorga op, voor ´t eerst goed zichtbaar bij het grote kruis dat de afdaling markeert.

Een geplaveide weg voert het dal in naar San Justo de la Vega. Bij de eerste bar zitten de reisgenoten. Iets eten en drinken en even rusten doen mijn voeten goed. Ik ga nog even een modern kerkje in dat vastgebouwd is aan een oude kerktoren. De glasramen zijn kleurig, de afbeeldingen van Jezus en de zijnen suikerzoet. Na nog een uur wandelen door de vlakte, kom ik in Astorga, een verrassend mooie stad. Deels een moderne Spaanse stad, maar ook een oud centrum boven op een enorme stadsmuur. We nemen onze intrek in een oud klooster dat tot albergue is omgetoverd en krijgen - o wonder- een tweepersoons kamer wel met stapelbed maar ook met een boel privacy. Na een lange middagdut gaan we tegen vieren fris gedoucht de stad in. 

De kathedraal is een immens gotisch bouwwerk met retabels alom en een prachtig koorgestoelte midden in de kerk achter een hekwerk. Daar oefent een koor van negen mannen en vrouwen en ze zingen de sterren van de hemel met een kyrie.Een kruisgang in renaissancestijl herbergt een museum met kerkschatten, polychrome Mariabeelden, schilderijen van heiligen en hun levensverhaal en oude manuscripten verlucht met miniaturen, prachtig houtsnijwerk: de koningen van Israël. Het bisschoppelijk paleis van Gaudi's hand bezoeken is teveel van het goede.

Als we over de stadswal drentelen zie ik plots Cathelijne in gezelschap van Gerard en Jan die ik gisteren in de kerk van Orbigo spotte. Nog een koffie met Hapé en dan met Dieter tapas eten op een terrasje op het marktplein; dat wordt snoepen.

Morgen verder, nog 255 km naar Santiago de Compostela. Schiet lekker op!

 volgende pagina