Zevende etappe 20 juni 2013
Zevende etappe van Deventer naar Oosterhuizen, donderdag 20 juni 2013
Goed ontbeten met uitzicht op de bloeiende tuin. Hoewel V.o.d.F. rekent Trudy een wat hoger tarief. Met de bus naar het station waar we onze route weer oppakken. De stad is veel stiller dan gisteravond nu de terrasjes nog niet in bedrijf zijn. De veerpont komt aanzwieren over de IJssel en we worden in een paar minuten aan de overkant gedropt. We lopen over de dijk langs de IJssel met uitzicht over draslandjes waar vogels foerageren. De uiterwaarden zijn prachtig in de vochtige, grijze ochtend. Schietwilgen, grauwe- en waterwilgen staan tot hun knieen in het water. Na enkele km. verlaten we dijk landinwaarts naar Wilp met zijn Romaans kerkje. Dan stappen we een bandijk op en volgen een graspad over de dijk. Tussen weilanden met aan de IJsselkant verschillende kolken en wielen vaak bedekt met de hartvormige bladen van waterlelie en gele plomp. Plots een bewoond ooievaarsnest met drie jongen; pa en moe ooievaar vliegen af en aan om hun kroost te voeden. De grasdijk gaat over in een bospad door bos en moeras. Plots een bordje met 'verboden toegang'. We worden omgeleid via de straatweg; Huize de Poll geeft geen toestemming voor overpad. Met bordjes 'dijkroute' moeten we het doen. De roodwitjes blijven in gebreke. Na nederzetting de Poll gaan we over de dijk verder. Weer wielen en kolken. We raken het spoor wat bijster zonder roodwitjes maar fietsers zetten ons op het goede
weg naar bakker Bril waar we koffie drinken met een warme appelstrudel. De buienradar meldt onweer; de schattingen wanneer het uitbarst variëren van twee tot vijf uur. In Gieteloo pikken we de roodwitjes weer op en volgen een asfaltweg tot het bos. Het begint te druppelen en in de verte rolt de donder. Druppels verdichten; de 'watergatstraat´ doet haar naam eer aan. Voor we het Appense bos bereiken valt de regen bij bakken uit de hemel. Erger is het onweer dat dichterbij komt. Met twee fietsende stellen schuilen we onder een grote beuk tot we doorweekt zijn. Een bliksemflits met snelle donder werkt niet geruststellend. Als de regen mindert gaan we weer op pad, zoveel mogelijk langs verharde wegen. Met enige fantasie bereiken we Klarenbeek. Doorweekt en met soppende schoenen zijn we van harte welkom in restaurant Pijnappel. We mogen zelfs op de pluchen stoelen. Soep en een uitsmijter gaan er goed in. De baas biedt zelfs aan om ons met de auto naar Lieren te brengen; de schat! Verstokte wandelaars als wij gaan door; wel de route aangepast, over het asfalt van de Woudweg. Er is nog zwaar onweer voorspeld en langs die weg staan af en toe huizen. Het regent weer en niet zuinig. We stappen stug door tot de Woudwegbrug waar 'De nieuwe Ruysch' ons wacht. We schuiven aan in het eetcafé voor gevulde gourgettes en eten met smaak. Intussen is het droog en breekt een dun avondzonnetje door. Dus op naar ons gastadres. Jan heeft het opgezocht op internet en ik op de kaart. Na ruim anderhalve kilometer, waar ik het huis verwachtte, staat een stalletje met twee paarden. Midden in het land, geen huis te bekennen, behalve in de verte. Als onze gastvrouw het hoort haalt ze ons op met de auto. Niet Lieren, niet Beekbergen maar Oosterhuizen is de place to be. Geertje, onze gastvrouw wast onze doorweekte handel. Ze is een gastvrouw pur sang; gasten ontvangen is haar lust en haar leven.
Na het douchen zitten we onder de carport samen met andere gasten. Het wordt een gezellige avond met gekout en gekeuvel. Elly brengt taart mee en Geertje zorgt voor koffie. Wij zijn wat ongezellig bezig met het regelen van onze tocht en slaapstee voor morgen. Tegen half elf is ieder voldaan te bedde.