Lekker geslapen en van morgen een paar rondelen geschreven. Annemieke komt de tafel dekken en we buurten nog even. Na het prima ontbijt tegen kwart over negen weer in de benen. Bij de watertoren vervolgen we ons pad langs een mooi gebouw, vroeger een scholengemeenschap, nu verbouwd tot luxe appartementen. Via de winkelstraat bereiken we het station waar vijf wandelvriendinnen zich opmaken voor de saaie etappe van Sleen naar Coevorden. We denken een stukje af te snijden en raken het spoor bijster. Gelukkig hebben we onze gids. Langs een industrieterrein verlaten we de stad en komen in een fraai natuurgebied waar de kleine Vecht in ere wordt hersteld. We worden over een heuvel geleid die ontstaan is door het uitdiepen van een plas-dras gebiedje. Die heuvel vormt een wal waardoor het industrieterrein aan het zicht onttrokken wordt. Goed idee! Aan het eind van de aarden wal staat de poort van Drente, een kunstwerk uit reusachtige zwerfkeien opgebouwd. Niet duizenden jaren oud maar gemaakt in 2005 door een plaatselijke kunstenaar. De Drentse Poort staat op de oude grens tussen Drente en Overijssel. We lopen door de pas ingezaaide velden tot een afdakje met koelkast. Daarin lekkernijen voor de vermoeide wandelaar. Er is zelfs een waterkoker om koffie of thee te zetten. Hoogst origineel! De wandelaars schrijven in vele toonaarden hun waardering op koelkast en in gastenboek.

We lopen nog een eind door de velden en dan over een asfaltweg. Bij het afwateringskanaal pauzeren we even en brengt Jan zijn verkeerd zittende schoentong op orde. Hij heeft er al de hele morgen moeite mee. Bij het gehucht 'de Haandrik', komen we bij de Vecht met de nodige sluizen en afwateringskanalen. De Overijsselse Vecht ontspringt in Duitsland en stroomt hoofdzakelijk door Nederland. Door rechtrekken van vele stukken is de rivier 30 km. korter geworden: van 90 naar 60 km. Ze meandert door Overijssel tot ze in het Zwarte Meer uitkomt.
We steken een paar keer het water over en gaan weer door het open land. We bereiken Gramsbergen langs een paadje tussen industrie- en sportterreinen en steken opnieuw de brug over het kanaal over. Daar ligt een oud schipperscafeetje dat we aandoen. De vriendelijke waardin brouwt samen met haar man Mommietebier en het is nu een bierproeverij. Ze vertelt enthousiast over haar Vlaamse biercontacten en hoe ze haar hoppe in Poperinge haalt. We eten een broodje met koffie en een Meibock.
Bij het vertrek zie ik een paars pijltje voor rood aan. We volgen het kanaal en komen erl na 800 m. achter dat we verkeerd lopen. Jan is not amused. We lopen terug naar de oude dorpskern met een bronzen beeldje van drie Pieterpad lopers. Dan door een woonwijk en via een landweg steken we de Vecht over, gaan onder de N34 door en komen in Ane waar we in een vloek en een zucht doorheen zijn. Dan een landweg door de Aneresch. Bij een bankje pauzeren we met een broodje en limo. Jan heeft last van zijn wreef en knie. Ik voel de knobbels van mijn voeten bij iedere stap. De landweg gaat over in asfalt en al zien we de eerste flats van Harderweg, we worden nog door een flutbosje, het Engelandsche bos, geleid. De zon doet plots haar best en we strekken onze vermoeide benen even met het hoofd op de rugzak. Intussen stapelen zich meer en meer grijze wolken, dus weer in de benen. Nog een stuk asfaltweg langs een paar grote boerderijen en we steken weer de provinciale weg over richting Harderwijk. Het begint te regenen en we halen net een grote aardappelschuur om te schuilen. Als de plensbui voorbij is gaan we verder. Het druppelt nog wat na maar dat deert niet. Een kleine verrassing is dat ons pad van de dijk afdaalt en door een natuurgebied in ontwikkeling, langs de Vechtoever gaat. Men herstelt daar de oude oevers met rietlanden en eilandjes. Dan de fiets- en voetgangersbrug over en we staan in de stad. De VVV-dame legt uit waar ons logeeradres is en geeft een kaartje mee. terug de brug over naar een splinternieuwe wijk, nog in aanbouw. Het gastadres is bij Dixi en Jan de Kamer (V.o.d.F.), in een riant semi seniorenhuis. Wij krijgen de bovenverdieping ter beschikking: een slaapkamer met twee bedden en een badkamer. Dixi heet ons welkom met koffie en we geraken meteen aan de praat, Jan met Jan en ik vrouwenpraat met Dixi. Na het douchen en het wasje is het etenstijd. Wij lopen terug naar de stad waar we eten in 'het klepperhuus', een stadsherberg waar mensen met een verstandelijke handicap werken. Een vriendelijke leidster bedient ons en we gaan voor een smakelijk drie gangen menu om duim en vingers bij af te likken. Intussen arriveert een man met rugzak, een P-pad wandelaar. Jan raakt met hem aan de praat. Hij loopt het Pieterpad in één ruk en in hoog tempo, zo'n 30 km. per dag. Hij heeft alle stops uitgekiend en geregeld. Af en toe heeft hij een dag of wat gezelschap van vrienden en vriendinnen. We wisselen nog wat ervaringen uit over het pad en de pleisteradressen en wandelen terug. Tegen die tijd zijn we bedrijp. Als ik mijn wakker nachtuurtje heb hoor ik Jan wakker en onrustig zijn. 's Morgens komt de aap uit de mouw.

volgende pagina