Achtste etappe, van Swolgen naar Venlo, maandag 13 aug. 2012.

Gastheer Piet heeft een lekker ontbijt klaar staan en samen met een Franse gaste schuiven we aan tafel. Het smaakt goed en pratend over Compostela laat Piet ons zijn Japanse pelgrimspas zien. Hij heeft de pelgrimstocht langs de 88 tempels op het eiland Shikoku gelopen. De pelgrimspas is een fraai, zijden boekje. Bij elke tempel krijg je rode stempels en daar overheen wordt ter plekke een Japans karakter gekalligrafeerd; een kostbaar kleinood, zowel figuurlijk als letterlijk!
Tegen tienen hebben we ons wandeling bij de Lambertuskerk weer opgepakt. Zoals de meeste kerken langs de Maas is ook deze verwoest in de tweede wereldoorlog en herbouwd in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Langs een groot paardenbedrijf verlaten we Swolgen en gaan het bos in. De hellingen wijzen op een stuwwal en we passeren een heideveld. Daarna wandelen we door een uitgebreid moerasbos, het natuurreservaat van het Schuitwater. Deze moerasbossen of broeken liggen langs beken die overblijfselen zijn van rivierarmen van de Maas en in de loop der eeuwen zijn verland. Zo komen we in Zwaanenheike, een buurtschap van Lottum waar dit weekend de rozenfeesten zijn. We passeren dan ook een paar kwekerijen en tuinen met creaties van rozen. Plots in een weiland een tafeltje met koek en drankjes tegen vergoeding; spaarvorm van Ilse!
In het Houthuizen doen we de buurtkapel aan, opgericht door de bewoners uit dankbaarheid dat heel het buurtschap de oorlog goed is doorgekomen. Door bos en veld komen we langs Kaldenbroek, een kasteelhoeve uit de 15de eeuw, nu theehuis. Daar passeren we een groep fietsers die koffiepauze houden. Een heer biedt ons een stuk cake met chocolade en nootjes aan. 'Een vliegende kraai vangt meer dan een zittende', zou Moeke gezegd hebben. Een flinke boogscheut verder ligt Grubbenvorst. Het klooster der Ursulinen is omgebouwd tot een groot verzorgingstehuis. De Ursulinenweide is een ruim openbaar plantsoen op grond, geschonken door de zusters... vandaar de naam. Er staat een kunstwerk 'het witte goud', als hommage aan de asperge.

Op een mooi, groen dorpsplein strijken we neer op een terrasje. We lunchen met biertjes en een carpaccio wrap. Dan op naar het veer dat ons over de Maas vaart. Over de dijk wandelen we tot deze afbuigt naar een hoger terras waar kwekerijen en grote tuinbouwbedrijven liggen. Bij een bankje is het tijd om een appeltje te schillen... letterlijk dan. We buigen opnieuw af naar de Maas en wandelen door ruige weilanden vol paars bloeiende en pluizige distels, witte schermbloemen en felgeel boerenwormkruid. We gaan nu onder de hoge brug van de snelweg waar we zo vaak over heen reden naar de Eifel. Terug op de dijk is er de kapel van Genooi. De kapel van 't Leef Vrouwke van Genoej', helemaal gewijd aan Maria. Ernaast een tweede halfronde kapel met crucifix; een bedevaartoord voor Venlonaren. Even voorbij de kapel loopt een veldweg de Océ-weerd in. Ook hier worden weidegronden omgevormd tot natuurgebied als onderdeel van het project 'Maascorridor', dat streeft naar herstel van de natuurlijke Maasoevers. Er ontstaat weer woest weiland met partijen distels, netels en russen. Als we weer de dijk oplopen passeren we twee betonnen muren (voor schotbalken) en lopen dan verder aan de stadskant van de muur tot we het Wilhelminapark bereiken met haar statige woonhuizen. Vandaar lopen we de stad in en de drukte van winkels en mensen. Het is een levendig stadshart met stadhuis, oude en herbouwde kerken, Toon Hermans museum en muurschilderingen waaronder de Nicolaaskerk.
We drinken een biertje op een design terras en lopen dan naar het station. Ruim twee uur treinen en we zijn in Breukelen waar Froukje ons ophaalt en uitnodigt voor het avondeten. Gezellig! En wij hebben er weer een stuk Pieterpad op zitten.

 

volgende pagina