MARSKRAMERPAD, van Oost naar West Nederland.
We besluiten om het westelijk deel van het Marskramerpad – van Amersfoort naar Scheveningen – te lopen in losse etappes omdat het niet te ver van ons huis is en daarna in één lange wandeling van Bad Bentheim naar Amersfoort.
De eerste etappe: Amersfoort - Hollandsche Rading, op 26 maart 2012. 21km
Met de auto naar het eindpunt van vandaag. Het is een stralende lentedag. Op het stationnetje van Hollandse Rading stappen we in de sprinter en treinen met een overstap in Hilversum centraal naar Amersfoort. Een halfuurtje later begint – onverwacht - onze eerste LAW tocht.
Langs een statige laan met veel nostalgische villa's uit 1900, lopen we de stad uit. Het eerste koffiehuis komt te vroeg. Over het spoor, een 'roodwitje' dat verwijst naar een opgeknapt stuk Marskramerpad; dat belooft! We lopen door een strook bos, gekneld tussen spoor en dierentuin. Al snel lopen we volop in het bos over droge paden. De weg is goed aangeduid. We wandelen langs de Korte Duinen, een zandverstuivingscomplex dat uitvoerig wordt toegelicht. De bossen liggen er nog winters bij maar de lentezon wekt de eerste knoppen. Af en toe een paar wandelaars, met of zonder hond. Meestal moet de hond aan de lijn: 'ook die van u' melden de bordjes.
Als we het asfalt bereiken lopen we tegen de 'Soesterduinen' aan, een restaurant met een uitnodigend terras. We doen ons tegoed aan koffie met appeltaart die er wezen mag. Verfrist gaan we door een villa wijkje weer het bos in en komen bij de Lange Duinen. We wandelen door het rulle zand van de prachtige verstuiving. Jan haalt herinneringen op aan de familie de Vries, toen hij met hen ging picknicken in deze duinen op een boogscheut van Soest. Dan weer de bossen in. Ze zijn zeer afwisselend met loof en naalden. We lopen achter Reinaerde waar Janneke een jaartje op school zat en dan langs de golfbaan, een groen glooiend grasveld met waterpartijen. Het laatste stuk langs een bekende weg. Bij het stoplicht steken we over, ronden een paar idyllische huizen en verdwijnen weer in het bos door majestueuze lanen.
In een beukenlaan ligt een forse boomstam, een ideaal plekje om onze boterhammen op te eten. Juist op tijd want Jan kreeg een gevoelige plek op zijn voet. Een kwartiertje rust doet wonderen en gesterkt gaan we weer op pad. We wandelen verder door de Ridderoordse bossen die hun naam danken aan de middeleeuwse ridders die hier vroeger heer en meester waren; zullen wel roofridders zijn geweest. We kruisen een fietspad en lopen achter het domein van Berg en Bosch, een vroeger sanatorium. Dan bereiken we de Mauritshoeve die ons toelacht met een zonovergoten terras. We weerstaan de verleiding en lopen langs een grote stoeterij. Na het asfalt weer het bos in waar we plots langs een weiland lopen. We bereiken de overgang van de Utrechtse heuvelrug naar het veenweidelandschap. Als Jan zich even in de berm strekt voor een momentje rust komen twee ruiters opdagen. De paarden blijven stokstijf staan. De ruiters vragen of Jan wil gaan zitten. Hun paarden zijn angstig voor dat vreemde lichaam in de berm. Jan komt overeind en de paardjes durven verder. Aan het eind van het weiland gaan we weer het bos in tot de bewoonde wereld zich meldt middels een paar mooi gelegen huizen. Dan het bos in voor het laatste traject met nog een ommetje langs een duinpan waar een vrouw genoegzaam ligt te lezen in de middagzon. Als we het asfalt bereiken staan we zowat voor het station van Hollandsche Rading.
Wat stijf maar zonder noemenswaardige moeheid rijden we huiswaarts. Ons Marskramerpad is begonnen.