Er was nachtvorst maar een lentezonnetje lonkt. Jan zet koffie, ik dek de tafel met de attributen uit de koelkast. Onze gastvrouw heeft zes sneetjes brood klaargezet en twee plakjes kaas; tot nog toe het karigste ontbijt. Tegen negenen zijn we gepakt en gezakt voor de 24 km. die ons vandaag wachten. We zijn zo door het dorp heen en wandelen al snel door het bos, keurig verdeeld in loten en allen genummerd op stenen, aan het begin en het eind van een lot. Naaldbomen overheersen; ze ruiken zo lekker in de frisse ochtend. We steken een weg over en lopen dan op een weg met kasseien. hier heet dat een flintenweg. Stenen en veldkeien (flinten) werden bij de heideontginningen opgegraven en gebruikt om de wegen te verharden. Vandaag zullen we regelmatig over flintenwegen wandelen. We lopen langs 'de tweelingen', een drassig hoogveengebied met vennetjes. Het P-pad gaat weer de bossen in; veel gemengd bos met lanen van statige beuken nog winters kaal; veel berk, soms eik en jonge sparren die groen uitlopen. Dan volgt weer een drassig heideveld met plassen: de Meeuwenplassen. Even tussen de velden en we komen bij een asfaltweg. Een boer op zijn tractor is de eerste mens die we zien. Plots komen drie keffertjes een erf afstormen. De boerin roept hen terug. Dan vliegen ze maar achter de paarden aan. Wij komen al snel bij bio boerderij 'De Wenning', het koffiekopje op onze kaart. Jawel, gesloten op maandag! Later horen we dat er toch mogelijkheid bestaat om iets te drinken en te eten, ook op maandag.
Nog even langs de bosrand en weer een drassig stuk hei met een vennetje. Daar graast een kudde Schotse hooglanders, roestbruine en zwarte koeien met slordig haar voor de ogen en prachtige horens. Terug in het bos ontdekken we een hut in de grond, compleet met deur en twee vensters. Als we pauzeren met een appeltje valt er plots een mini hagelbuitje. Eer we de rugzakken gejast hebben is het weer zonnig. We volgen de flintweg tot aan het Oranjekanaal. Op de brug passeren we een stel dagwandelaars. Terug de bossen in en op een driesprong staan twee banken met notabene twee voetbanken en tekst: 'rust voor vermoeide pieterpad voeten'. We strekken de benen en zonnen een kwartiertje. Nog een stukje bos en een paar vennetjes verder komen we op een open veld met op een heuvel het Pieterpad monument voor Bertje Jens en haar vriendin Toos Goorhuis-Tjalsma, de initiatiefneemsters en ontwerpsters van het Pieterpad. Het staat ten onrechte als nr. 2 in ons boekje terwijl het nr. 3 is. Het hunebed 'Papeloze kerk' ligt even van het pad af. Ik loop daarom 500 m. verder. Tevergeefs, want het hunebed ligt nog 500 m. verder. Ik keer op mijn schreden terug en tref een licht geirriteerde Jan op een bankje. Verderop staat (door het bos en dan) een pijl: nog 650 m. naar het hunebed. Ik dring niet meer aan want volgens Jan is een hunebed een hunebed. Niet dus, dit is een 'voorbeeldhunebed' met dekheuvel en kransstenen. Prof. Van Giffen onderzocht uitvoerig de hunebedden in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Hij liet dit hunebed als voorbeeld opbouwen. In Drente werd hij vriendelijk 't spittertien' (het spitterje) genoemd. In vroegere eeuwen werden veel zwerfstenen van hunebedden hergebruikt. In 1847 dreigde het Rolder markebestuur de hunebedden te ontmantelen en de stenen te verkopen. Dit leidde voor het eerst tot protest en betekende een keerpunt in de omgang met prehistorisch erfgoed.
We lopen door het bos tot een grafheuvel die midden op het pad ligt. 500 jaar voor Christus was hier de nodige bedrijvigheid. Op deze plek woonden en werkten kleine boeren. De heuvel heette later Galgeveld want in de Middeleeuwen stond er ooit de galg.
Een paar kilometer ligt een oorlogsmonumentje met een verhaal. In mei 1943 werd een Engelse jager neergeschoten. De 7 bemanningsleden kwamen om en werden op het kerkhof van Sleen begraven. De Duitsers ruimden de plek grofweg op maar er bleven heel wat restanten achter. Vier schooljongens gingen regelmatig naar die plaats en vonden er nog de nodige onderdelen die ze verborgen in de schuur van SBB. Nu is er een herinneringsmonument in de vorm van een staande en liggende vleugel waarin brokstukken van het vliegtuig verwerkt zijn met daarop de namen van de neergestorte bemanningsleden.
Een paar kilometer verder verlaten we het bos, gaan onder een weg door en langs een bosrand. Dan volgt een asfaltweg tussen de akkers. Gelukkig wandelen we nog over een houtwal met oude berken en eiken. Een laatste stukje asfaltweg en we zijn in Sleen. Even de kerk in: een sobere protestantse kerk uit de 15de eeuw. Op een brink met oude en gerenoveerde boerderijen is in één ervan het dorpscafé annex theater. Op het terras drinken we een biertje. Na 24 km. zonder enige versnapering zijn we er wel aan toe. In een nieuwbouwwijk vinden we ons logeeradres: een ruime, riante kamer met een badkamer voor ons alleen. We maken er kennis met de sanibrouyeur. Lekker douchen en wat rusten, vooraleer we naar AH en de enige eetgelegenheid gaan die open is. De lamskoteletten waarop niet bezuinigd is en een royaal garnituur smaken heerlijk. In de frisse avond lopen we terug en kijken nog wat TV vooraleer in bed te duiken.