25 augustus 2011
Logrono – Ventosa
Tegen zessen eruit en er wacht een Spaans ontbijtje. Hedy en ik verlaten de oude stad door de Puerta del Camino van Carlos I, onze keizer Karel en moderne, saaie wijken. Dan volgt een recreatie- en natuurgebied met het Embalse de la Grajera, een groot stuwmeer omringd door bosschages. Een Mozesfiguur met ezel en hond deelt stempels, koekjes en fruit uit. Door de wijngaarden wandelen we verder naar . Bij de ingang van de stad ligt de ruïne van een oud hospice dat herinnert aan de tocht naar Compostela 800 jaar geleden. Koffie gedronken en een blitzbezoek aan de hoofdkerk, gelegen aan een pleintje met fontein. De kerk is weer enorm en behangen met goud. Aan het eind van Navarrete een wonderlijk Romaans kerkje dat reclame maakt voor de Rioja, versierd met foto's en jawel, een wijnstempel. Dan volgt de bekende weg: warm, stoffig, gelig door de wijngaarden.
Vandaag loop ik niet soepel en voel voortdurend spieren waar ik het bestaan niet van ken; mijn kleine teen blijft gevoelig. Ik vind het fijn om in mijn eigen tempo te lopen, met trage passen en in stilte. Het wordt me duidelijk dat ik in Ventosa stop; ik ben lichtelijk uitgewoond.
Plots zie ik overal kruisjes gemaakt uit kruiden en planten uit de berm en in de tralies langs de snelweg gestopt; symbool van beamen van lijden dat ieders leven raakt?
Tegen één uur kom ik in Ventosa aan en schuif in de rij wachtenden. In afwachting dat 'San Saturnino' – nog nooit van deze heilige gehoord- opengaat, geeft Marieté me een royaal stuk brood met kaas. Om twee uur verschijnt de Duitse hospitalera en laat ons stuk voor stuk naar binnen. Hedy noemt haar 'nett', voor mij een moeder overste, streng doch rechtvaardig. De herberg is gerenoveerd, mooi en goed georganiseerd: prima sanitair, een ruim washok, een keuken, een gezellige binnenplaats en een kamer met maar 4 stapelbedden. We liggen met 6 mannen en helaas, boven!Na een tukje, gedoucht en gewassen in het luxe washok. Intussen heeft Hedy contact gelegd met Ante, een makelaar met veel babbels uit Berlijn en Heinz aus der Schweiz. De keuken lokt dus besluiten we met zijn vieren te eten. We eten vroeg en het wordt gezellig. We babbelen wat na op het terras. Als ik genoeg heb van de praat over huizenprijzen en levensduurte, ga ik buurten met de drie Franse vriendinnen.
Daarna zakken we met onze eetgasten af naar de plaatselijke kroeg. We krijgen nog gezelschap van 2 oudere broers; Hans Peter is duidelijk besmet met het caminovirus.
Weinig geslapen, wel lekker gelegen en 3 keer naar beneden geklauterd.