26 augustus 2011

Ventosa – Ciruena
Om 6 uur stijgt een wierookgeur door het huis en weerklinken gezangen. Een snel ontbijt in de keuken en tegen 7.15 uur zijn we op pad. Even buiten het dorp loop ik Luc uit Halle tegen het lijf; eindelijk een Vlaming! Het regent licht en al babbelend lopen we met zijn drieën naar Nájera. Daar breekt het blauw al door de wolken.
Hedy heeft bij de brug afgesproken met pastoor Ulrich. Die heeft in zijn hotel nog een ontbijtje geregeld en trakteert ons op jus, koffie met croissants en boter. Hedy gaat verder met Ulrich. Ook Luc loopt verder terwijl ik het immense klooster ga bezoeken. De kruisgang is sober terwijl de bogen rijk versierd zijn met Moorse motieven. In de kerk veel konings- en adelijke graven. De kerk beperkt zich tot een paar gouden altaren, wat ik voldoende vind. Op het oksaal een prachtig houtgesneden koorgestoelte met 26 plaatsen onder en 40 boven; ieder motief uniek gesculpteerd: een meesterwerk!
Daarna alleen op stap, eerst door de rode heuvels bezaaid met parasoldennen, dan tussen de wijngaarden geflankeerd door rode heuvels en in de verte de bergen. In Azofra eet ik een bocadillo con salchison, lekkere Spaanse worst. Het is zonnig en er staat een stevige wind; aangenaam om te lopen. De wijngaarden worden bevloeid. Van kilometers ver zie ik hoe de weg naar omhoog loopt en dan verrassing: de golfbaan van Cirinuela, een modern dorp en erbij aansluitend het oude dorpje Ciruena. Daar ligt de albergue 'La virgen de Guadeloupe', een blauw geverfd, oud boerenhuis ingericht als albergue. Pedro, de gastheer is een bijzonder type. Kijken hoe de slaapkamer eruit ziet is er niet bij: “Mijn albergue is geen museum!” Terwijl Luc en ik het dorp verkennen op zoek naar internet, heeft Pedro de schort voorgebonden en kookt een heerlijk maal. We schuiven met zijn allen aan in de keuken. Een internationaal gezelschap: de drie Franse vriendinnen, Christian uit Trier, Jean-Marie uit Chambéry – op terugweg van Compostela -, een oudere Zweed die amper Engels spreekt, Luc en ik. De kost is eenvoudig en smakelijk, opgediend in houten kommen: een salade van sla, tomaten en rode biet, een eenpansgerecht met rijst, linzen, wortels en chorizo en yoghurt met zelfgemaakte vijgenjam als toetje.
Pedro meldt dat hij om 21.30 uur afsluit. In de herrie van het dorpscafé slaag ik, met Lucs hulp om een mail naar huis te schrijven. Terug lopend wacht Pedro ons op in de deur om zijn schapen - tanden poetsen, pipi, popo - naar bed te krijgen.  

Al vond ik de wandeling vandaag eenzaam, ze deed me deugd. Ik ben blij dat het mailen lukte en besluit het vaker te doen met de nieuwe instructies van Jan. Tevreden val ik snel in slaap. Als ik 's nachts naar beneden klim merk ik dat Luc weg is. Waarheen? Op de vlucht voor het gesnurk van onze Noorman heeft hij een lege kamer gezocht.
Nu ik wakker ben vergelijk ik mijn onderkomens van gisteren en vandaag. San Saturnin smaakvol, ecobewust en gezellig ingericht met die zithoekjes en de hospitalera die alles efficiënt regelt maar weinig contact maakt. Ze spreekt haar talen en zorgt ervoor dat iedereen het zich naar de zin kan maken. Pedro is meer als de pastoor van Logrono maar dan in boerse stijl, een soort familievader die aanspoort tot orde en netheid, voedzaam kookt en ons op tijd in bed wil. De hartelijkheid is belangrijk. Daar leer ik meer naar kijken, niet alleen de buitenkant.

volgende pagina