Etappe 11 van Montfort naar Sittard, vrijdag 26 juli 2013
De volgende dag, na een gezellig en rijk ontbijt brengt René ons naar het station.
Etappe 11 van Montfort naar Sittard, vrijdag 26 juli 2013
Een ontbijtje à la carte en een verrassingslunchpakket en we kunnen er weer tegen. Uitgezwaaid door onze gastheer gaan we in de grijze ochtend op pad. Het is weer warm. We verlaten het dorp langs kasteel Montfort, gebouwd in 1260; gold het in de tijd van pijl en boog als onneembaar. Drie jaar na de bouw kreeg de nederzetting Montfort stadsrechten. Het was het bestuurscentrum en meest zuidelijke bolwerk van het hertogdom Gelre. De omringende moerassen, nu broeken, gaven het stadje extra bescherming. In 1713 (Vrede van Utrecht) werd bepaald dat het voortaan deel zou uitmaken van de Republiek der Zeven Provinciën. Van dit rijke verleden getuigt alleen de ruïne van het kasteel met een gerestaureerde toren: het jachtslot. De weg loopt langs een bosrand en velden. Plots liggen overal worteltjes op de weg. Een groot landbouwwerktuig haalt ze van het veld, scheidt het loof en laadt de vingerdunne worteltjes over een band in een enorme vrachtwagen. De worteltjes zijn vingerdun. Een boer licht toe dat ze bedoeld zijn voor erwtjes en worteltjes in blik of potjes. Bij deze massaproduktie heb ik nog nooit stil gestaan.
We vervolgen ons pad langs weilanden en velden vooral met maïs, maar ook met aspergegroen, prei en tarwe. Raken even van het slecht aangeduide pad maar pikken de weg een kilometer verder weer op. Langs het Kranenbroek, een grote poel vol roze waterlelies midden in het bos gaan we verder. Teveel in gedachten missen we een roodwitje, dus terug. Intussen begint het te druppelen en als we de eerste huizen van Echt bereiken is het tijd om te schuilen. Langs een natuurgebiedje, een plas-dras gebied aan de Vullensbeek, beschermd met grote keien lopen we door het veld naar Slek, een dorpje met een Antoniuskapel, de deurknop in de vorm van een huisjesslak. Voor de kapel een enorme kei geschonken door de Carnavalsvereniging. Gelukkig is het dorp een café rijk: El Knobo, Spaanse versie van café Knobben en goed voor een koffie en een cola. Langs velden, bosschages en een gekanaliseerde beek bereiken we de uitlopers van Susteren, een paar villarijke straten.
Een ruig natuur terrein blijkt minder ruig als het een achterliggend terrein vol riante vakantiewoningen afschermt. Het boerenland maakt weer plaats voor broekbossen, populieren akkers en hooiland. Het houten hutje met banken dat we voor ogen hadden om te lunchen, duikt op het gepaste moment op. Alleen zijn de wanden van betonijzer gevuld met stenen; kniesoor die daar wat van zegt. We eten onze broodjes en er komen drie fietsers even pauseren. Hun conversatie in onvervalst Limburgs is nauwelijks te volgen. Om de hoek ligt de grens eenvoudig aangeduid met een bord. Door de ruige weilanden bereiken we Isenbruch, het meest westelijke 'Ortschaft' van Duitsland. Aan de gele borden zien we dat het een Duits dorpje is; de vele Nederlanders die er wonen maken het twijfelachtig. Dan volgen we de Rode beek die de grens vormt, lopen door het dorpje Millen en terug naar de Rode beek. Als we die oversteken zijn we weer op Nederlandse bodem en lopen door velden en bosschages tot de rand van Sittard. Verrassend is dat we over een gemaaid graspad de Geleenbeek blijven volgen. Als we haar verlaten staan we voor de Schootsvelden die een onbelemmerd uitzicht geven op de stadsmuur, de kerken en het Kloosterkwartier. Via de Begijnhofstraat, meer 19de eeuwse straat bereiken we een winkelstraat en de Markt met zijn vele terrasjes. Terwijl we een biertje drinken belt Jan ons slaapadres.
Tien minuten later worden we opgehaald door onze gastheer René. Zijn vrouw ontvangt ons even hartelijk en in een mum van tijd zitten we op de veranda bij te komen. Er is nog een stel op de fiets. We krijgen de logeerkamer naast de badkamer. René reserveert voor ons een tafeltje. We gaan uit eten: op de fiets naar Duitsland, een boogscheut van ons gastadres en in een Portugees restaurant. Leve Europa! Gelukkig met de fiets want Jan's hielspoor rispt op en maakt voortijdig een eind aan onze wandeling. We besluiten de avond van onze tweedaagse wandeling met een fijne babbel met onze gastheer en -vrouw, onder het genot van een wijntje.