Even na achten aan een uitgebreid ontbijt en we mogen nog brood meenemen. In de Jumbo slaan we drinken in en vertrekken langs de hoofd brink. Het is een heldere ochtend met een voorzichtig zonnetje, dus lekker wandelweer. Een klein kerkje blijkt de oude synagoge met een gedenksteen. Van de zestien joden die Zuidlaren telde heeft er slechts één de holocaust overleefd. De oudste was 67, de jongste 10.Deze gemeenschap heeft hen niet geborgen.
We verlaten het dorp via 'Dennenoord', een psychiatrische inrichting gelegen in een mooi parklandschap. Hier en daar is een aangrijpend gedicht te lezen over de moeilijke realiteit die psychiatrie is. Terug op weg wandelen we onder de snelweg door en verlaten Zuidlaren. Langs een paar boerderijen bereik ik met samen geknepen billen 'de Vledders'. De vriendelijke campingbeheerder wijst me het toiletgebouw. We wandelen tot er een zandpad langs de camping en een bosrand tot een landelijk gelegen restaurant dat op onze kaart aangeduid is met een kop koffie, maar de deuren nog dicht heeft. Ernaast ligt de brug over het Schipborgsche diep, een meanderende zijtak van de Drentsche Aa. We lopen om het moerasgebied van het Schipborgsche diep heen en steken via een kloeke, houten brug het water weer over. Dan volgen we even de bosrand en steken via vlonders het Anloër diepje over tot we weer vaste zandgrond onder de voeten hebben. Intussen ben ik erachter dat de Drentsche Aa voortdurend van naam wisselt en 'diep' heet met de naam van het dorpje of gehucht aan toegevoegd. We volgen de houtwallen tot we plots in de Gasterse duinen belanden, een golvend heidelandschap met grazende schapen en hunebed D10. Er zijn er 52 gevonden in Drente. Het duinlandschap houdt even plots weer op als het begon. Tussen de weilanden met paarden bereiken we de eerste huizen van Gasteren. Aan de brink waar schapen grazen, zoals het van oudsher hoort, ligt een pannenkoekenschuur.
Tijd voor koffie met een rijke wafel met warme kersen of aardbeiensaus en een toef slagroom die je alleen kunt eten als je erg veel wandelt. Wandelaarsters van onderweg druppelen binnen. Wij gaan gesterkt weer op P-pad.
Een ommetje langs een houtwal met zandpad en een moment van onoplettendheid en we zijn al dik een km. verder. We zien er een paar wandelaars en besluiten het Gastersche diep over te steken. Dit blijkt een moerasgebied in regel te zijn, vol zichtbare en onzichtbare waterpartijen. We zoeken de pollen maar Jan verdwijnt tot zijn enkels in de modder. Ook ik hou mijn schoenen niet droog en ben erg blij met mijn wandelstok. We zoeken een wat hoger gelegen bosrichel op maar die eindigt bij een waterpartij. Ik ben al lang blij dat de oergrazers er niet zijn. We doorkruisen een zompig weiland en komen bij een hoger gelegen bosweg. Als die zelfs overgaat in asfalt zijn we weer op weg naar de bewoonde wereld aan de andere kant van het wildrooster. Met onze kaart kunnen we ons oriënteren en komen op het juiste pad, bij een kersvers aangelegd parkeerterrein. Via nieuwe, houten vlonders lopen we de eerste meters over het drassige Balloërveld. Dan begint het brede zandpad over het grote heideveld. Vroeger was het militair terrein. Nu is het eigendom van Staatsbosbeheer dat het in zijn oude glorie herstelt. De zandverstuivingen zijn bedekt met dunne berkenbosjes en dorre donkerbruine hei. Bij de Stakenberg, de grootste grafheuvel, wordt een grote kudde schapen voor het eerst de hei op gelaten. Tientallen lammetjes mekkeren paniekerig als ze moe even uit het oog verliezen. Een prachtig gezicht!De grafheuvels dateren van 500 voor Chr. Eerst werd de overledene verbrand. De resten met grafgiften werden onder een grafheuvel bedolven.
Over een wildrooster verlaten we de hei en lopen over een zandweg langs akkers en weiland Rolde binnen. Een levendig dorp met een kerk, een echt winkelcentrum en de nodige eetgelegenheden. Aan de Hoge Brink ligt ons gastadres. Gastvrouw Ali is nog aan het tuinieren maar staakt meteen haar werk. We worden onmiddellijk uitgenodigd op de koffie aan de keukentafel. Onze kamer heeft weer twee losse bedjes en we hebben een badkamer ernaast. We douchen, luimen wat en ik zet me aan het verslag.
Voor de verandering eten we bij de Chinees. Geen lopend buffet - we hebben genoeg gelopen - maar een lekker drie gangen menu met tipan kip in zwarte bonensaus. Toch iets met bonen in de streek van Bartje! Heel voldaan wandelen we terug naar ons logement. Koffie slaan we af maar we buurten de rest van de avond genoeglijk met Reinder en Ali over wandelen, kinderen en kleinkinderen. We slapen goed en in een wakker uurtje lees ik 'Contrapunt' van Anna Enquist uit.