20 september 2011


Vilar - Arzua

Na ee lekker ontbijt vertrek ik de terugweg naar de camino uitgetekend op een servet. Het is heerlijk zonnig weer. Het kerkje in Lebroeiro, hoewel aangeprezen in de gids is potdicht. In Furelos duikt Hedy op vanachter een kerkhofmuur; ze is op zoek naar een bezienswaardigheid die we niet kunnen vinden. Als we in Melide koffie drinken komt Luc ook aanzetten. Melide oogt modern maar heeft nog een oude dorpskern. We eten wat churros, Spaanse lekkernij die doet denken aan oliebollen. Ik bezoek de kerk, oud en sober maar weer met overdadige retabels en een gefolterde en dode Christus in een glazen kist. Mij doet het altijd aan Sneeuwwitje denken. Hier in Spanje heeft menig zijaltaar zo een kist. Van Melide is het goed anderhalf uur wandelen naar Boente. Daar deelt de pastoor persoonlijk de stempels uit, noteert van waar we komen en houdt een kleine gebedsstonde in het Spaans en het Italiaans. Hij geeft ook een prentje van het Jacobusbeeld in zijn kerkje met een gebed. Gesticht ga ik verder. Vandaag gepraat met Maryann (aus.) die met haar zoon een stuk van de camino loopt. Ook buurt ik met een paar Vlamingen uit een groep die in 10 dagen de camino lopen vanaf Astorga en volledig georganiseerd.

De zon schijnt inmiddels flink en de weg die op en neer gaat duurt langer dan verwacht. Dus nog even rusten en een colaatje voor we afdalen naar Ribadiso, een prachtig dal aan het water met twee aanlokkelijke albergues van goede faam. Hedy en ik lopen nog drie kwartie langs een vrij saaie, drukke weg naar Arzua, een weinig aantrekkelijk,  langgerekt dorp met veel zestiger jaren nieuwbouw, op een paar oude kerken na. Het is 16.30 uur en de albergue van onze voorkeur is vol. De volgende albergue is matig en de zakelijkheid valt op. We besluiten te koken. De kaas moet immers op en in de keuken is er een gezellige drukte. Daarna nog een ommetje en een kroegje pikken in het dorp. Dan naar bed want het wordt snel donker.

 

volgende pagina